





Belastingplan 2018
De December-maand is in zicht, de feestdagen staan voor de deur. Wij zijn druk om het jaar af te ronden en met het opstarten van het nieuwe jaar.
Maar welke wijzigingen staan er in de plannen van 2018?
Wet tegemoetkomingen Loondomein:
1. Lage inkomensvoordeel Jeugd (jeugd-LIV)
Per januari 2018 is een nieuwe tegemoetkoming voor de werkgevers ontstaan, de jeugd-LIV (lage inkomensvoordeel). Het jeugd-LIV is een tegemoetkoming voor werkgevers, omdat het minimumjeugdloon voor jongeren van 18 tot en met 21 jaar per 1 juli 2017 is verhoogd. U heeft recht op de tegemoetkoming als uw medewerker:
2. Lage inkomensvoordeel (LIV)
Het LIV is een tegemoetkoming in de loonkosten voor werkgevers die werknemers in dienst hebben met een laag loon. Hierdoor dalen de loonkosten voor de werkgever. De kans op werk voor deze werknemers neemt dan toe. Het LIV is ingegaan op 1 januari 2017.
3. Loonkostenvoordelen (LKV’s)
De premiekorting oudere werknemer en premiekorting arbeidsgehandicapte medewerker wordt vervangen per 1-1-2018 door 4 loonkostenvoordelen:
De voorwaarden om een LKV te ontvangen verschillen per LKV. Voldoet een medewerker dan dient de LKV via de loonaangifte aangevraagd te worden. De duur kan verschillen van 3 tot 1 jaar, de hoogte van 2.000 tot 6.000 euro per jaar per medewerker.
De hoogte van de LIV of LKV is afhankelijk van het gemiddelde uurloon (Loon Sociale verzekering/ verloonde uren) en zal automatisch door de fiscus worden betaald. De polisadministratie per 1 mei van het volgende jaar is bepalend. Voor 15 maart 2018 verstrekt het UWV een voorlopig overzicht. Hierop kunt u dan nog correctie doorgeven voor 1 mei 2018. De Belastingdienst stuurt u uiterlijk 31 juli 2018 de definitieve berekening van de hoogte van het LIV. Deze wordt binnen 6 weken na de datum van de definitieve berekening door de Belastingdienst aan u betaald. U hoeft hiervoor niets te doen.
Verandering in Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag
Met ingang van 1 juli 2017 hebben medewerkers van 22 jaar en ouder recht op het reguliere minimumloon (was voorheen bij 23 jaar). Ook het minimumloon voor medewerkers van 18, 19, 20 en 21 jaar is verhoogd. Een compensatie voor de hogere loonkosten wordt via de jeugd-LIV aan de werkgever gegeven.
Vanaf 1 januari 2018 moet een werkgever ook het minimumloon betalen voor overwerk. Dit is geregeld door aanpassing van het loonbegrip in de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (WML). Daar staat nu dat onder loon de geldelijke inkomsten uit hoofde van de dienstbetrekking worden verstaan, met uitzondering van onder andere verdiensten uit overwerk.
Deze uitzondering vervalt met ingang van 1 januari 2018. Dit betekent dat een werknemer vanaf 2018 niet alleen recht heeft op minimumloon, maar ook op vakantiebijslag over zijn overwerkloon.
Vaak wordt overwerk gecompenseerd door een tijd-voor-tijdregeling. Vanaf 1 januari 2019 is dat alleen nog maar mogelijk als daarover in een CAO afspraken zijn gemaakt. Bovendien moet het overwerk voor 1 juli van het kalenderjaar volgend op het kalenderjaar waarin het overwerk is verricht, in betaalde vrije tijd zijn gecompenseerd. Is dat niet het geval, dan moet het minimumloon alsnog worden uitbetaald.
Transitievergoeding
Per 2018 is de maximale transitievergoeding € 79,000 bruto of een bruto jaarsalaris (indien dit hoger is).
Overige wijzigingen
In het nieuwe regeerakkoord staan nog vele wijzigingen op ons vakgebied. Deze hebben we hier niet opgenomen, omdat deze wijzigingen later ingaan dan 1-1-2018 en nog niet uitgekristalliseerd zijn. Zodra er meer bekend is kunt u dit natuurlijk lezen in onze periodieke nieuwsbrief.